Ons gezin woonde in Schiedam-West in een
doodlopende straat met daarvoor een groot grasveld. Geen gras"gazon",
maar meer een braakliggend terrein met zelfs een klein slootje er in. We konden
heerlijk spelen op straat. Geen auto's?! Voor 1955 had slechts één van de 24
gezinnen in ons huizenblok een auto en die stond bijna altijd geparkeerd met
een hoes er over, we zeiden dat die auto een pyjama aan had 😉.
Onze wijk, ons gezin woonde in het tweede blok rechts ...... toen was geluk heel gewoon ...... |
We speelden op straat eenvoudige spelletjes, van die spelletjes die "de
jeugd van tegenwoordig" waarschijnlijk niet een kent: bordjesbal,verstoppertje,
bussenbuut, en dergelijke. Je had alleen maar een bal, een conservenblik
of helemaal niets nodig om het te spelen. Op het grasveld maakten we
tenten van twee bezemstelen, oude dekens of lakens en een handvol
knijpers; die kregen we van onze moeders. Je had eigenlijk "geen
moer", maar "toen was geluk heel gewoon".
Na 1955 kwamen er meer auto's in de
straat, zo ook de auto van "Oom" George. Mijn ouders
hadden "Indische" vrienden, die woonden bij ons op de trap. Ze
heetten George en Bien L. De familie L. had ook vijf kinderen in
"onze" leeftijd. En omdat wij als kinderen ook vaak bij het
gezin L. kwamen, met de kinderen uit het gezin speelden, werden George en Bien
al snel "Oom George" en "Tante Bien". Een leuk gezin waar
ik het al over gehad heb (zie Vis) en waarover ik het nog wel vaker over
zal hebben.
Oom George had dus een auto én hij was ook automonteur in het leger. En zo kocht mijn vader rond 1957 ook een auto, via Oom George. Een goedkoop autootje kon mijn vader wel betalen, alleen de normale onderhoud- en reparatiekosten echter niet. Maar Oom George rekende alleen de onderdelen, dáárom kon mijn vader dus ook een auto kopen. Een auto waar we als gezin een paar jaar veel plezier van hebben gehad. We konden er onder andere mee op vakantie naar Vessem (Noord-Brabant) en dat was heel wat in die tijd. Maar in 1959 emigreerde het gezin L. naar de VS en al snel was het gedaan met de auto, want de reparaties kostten veel geld en dat ging boven de begroting van mijn vader. Dat werd het "tweede autoloze tijdperk" voor ons gezin.
De eerste auto van mijn vader in onze straat. Links mijn vader en rechts Oom George, zelf kijk ik toe. |