In een eerdere blog vertelde ik dat mijn ouders vrienden hadden in de straat. En door die vriendschap hadden wij, als kinderen, natuurlijk gelijk vriendschap met hun kinderen. Deze vrienden besloten in 1959 naar Amerika te emigreren en daardoor was ik, en ook Zus, in één klap gelijk een deel van mijn vriendjes kwijt. Zoals vele andere emigranten, reisden zij per boot naar New York en kwamen ze in Californië terecht. We hebben nog lang contact met ze gehad, voornamelijk via briefwisseling. Want telefoneren was in die tijd heel erg duur en natuurlijk was er nog geen internet.
De berichten die wij uit Californië kregen waren over het algemeen heel erg positief. Ze hadden al vrij snel werk, al waren het vrij eenvoudige baantjes, zoals schoonmaakwerkzaamheden en werken in de horeca. Maar oom George was in Nederland automonteur geweest en had al vrij snel een baan in een garage. Maar om goed te kunnen rondkomen moest tante Bien daar ook werken, iets wat ze hier niet deed. Dat was in Nederland in die tijd namelijk ongebruikelijk, je liet je vrouw niet werken, dat was een teken dat je zelf niet genoeg kon verdienen om het gezin te onderhouden.
Al gauw verdiende ze samen genoeg om een redelijk groot, vrijstaand huis te bewonen. Je kent die huizen wel uit de Amerikaanse TV-series met klap- en lachmachines. Maar niet alleen de huizen zelf waren min of meer een kopie uit die series, ook de inrichting met grote keuken en immens grote koelkast, de tuin er om heen met oprit en grote garage én een zwembad. Ja, ze hadden het materieel al erg snel goed voor elkaar.
Oom George met hond Blacky voor de garage van hun huis |
Ook hadden ze al snel vrienden. Ook andere familieleden verhuisden naar Californië en woonden niet zo heel ver bij hen vandaan. Hieronder nog een foto die wij uit Amerika kregen, waarbij oom George met één van zijn vrienden vereeuwigd is.
Tekst achter op de foto: "Zoiets geks kan je alleen van Amerika verwachten, hè?" |
En onze vrienden waren heel gastvrij, hier al en ook in hun nieuwe situatie. Dus het was al snel een komen en gaan van visite, die ook een aanslag deden op de inhoud hun koelkast. Dit alles lazen we duidelijk uit de brieven en al vrij snel konden we dat ook opmaken uit de filmpjes (smalfilm) die gestuurd werden. Want heel Amerika filmde in die tijd. Ook werden er pakjes gestuurd, waarbij Zus zich nog heel goed kan herinneren dat ze een setje van zeven onderbroekjes kreeg, met op elk daarvan de naam van een dag in de week. "Ik vond het heel leuk en zoiets hadden we hier niet", zegt ze nu, "ook omdat de tekst in het Engels was".
Ook van onze kant werden brieven gestuurd, en meer. Met Sinterklaas stuurde wij ook pakjes met pindakaas, drop, stroopwafels en andere Nederlandse lekkernijen die daar niet te krijgen waren. Ook wij maakten filmpjes. Ik herinnerde nog dat Pa een leuke film gemaakt had van het inpakken en uitpakken van één van de dozen die we naar hen opgestuurd hadden. Door het halverwege stopzetten van de filmcamera "toverde" mijn vader de doos vol. Ja, Pa is altijd in geweest voor geintjes en, inderdaad, hij was best vingervlug en kon best, zeker kinderen, vermaken met zijn goocheltrucs.
Na de eerste zeg vijf jaar redelijk intensieve briefwisseling verwaterde het contact. Wel zijn tante Bien en oom George met een van de kinderen nog een keer of twee in Nederland geweest. Maar het was niet meer zoals het geweest was, we waren een beetje uit elkaar gegroeid.
Zijn ze als familie echt beter geworden van de emigratie? Pa zei altijd: "ze werken zo hard daar (ze hadden in het begin beide ook meerdere kleine baantjes), op die manier hadden ze het hier ook goed gehad". Daar had Pa wel gelijk in, maar het gaat voorbij aan het warmere klimaat dat ze in Californië hadden en het feit dat ook een deel van hun familie al daar naar toe geëmigreerd was. Wat ik denk is dat oom George en tante Bien het zelf wel naar hun zin gehad hebben en dat ze hun emigratie geslaagd vonden, zeker in de begin jaren. De kinderen is een ander verhaal: die zijn zeker niet goed terecht gekomen. Eén van de zonen moest in militaire dienst en werd uitgezonden naar Vietnam, een drama. Beide zonen waren aan de drugs en geen enkel van de huwelijken van de kinderen hielden stand, soms met meerdere echtscheidingen ...... Amerika was op die gebieden toen al ver vooruit op Europa.
De vier kinderen van oom George én tante Bien. Pasfoto's die naar ons opgestuurd zijn (~1963). |
Maar er is één positive uitzondering en dat is de oudste zoon (van oom George uit een eerder huwelijk). Hij was stuk ouder dan de andere kinderen en werkte bij de marine toen de rest van het gezin naar Amerika emigreerde. Hij is in Nederland gebleven, getrouwd en later met zijn gezin toch naar Amerika afgereisd. Dat verhaal vertel ik wel in een volgende blog.