Ik heb al eerder verhaald over "mijn" eerste hondje
Teddy. Natuurlijk was hij niet alleen van mij, het was een hond van het hele gezin. Een paar maanden na Teddy's overlijden hebben Ma en Zus een hond gekocht op de markt in Rotterdam, Bruno. Dat moet dus ook in 1960 geweest zijn.
|
Ma met de piepjonge Bruno |
Bruno was wat karakter betreft een heel andere hond dan Teddy. Teddy liet alles toe wat wij met hem deden, maar Bruno niet. Bruno beet, letterlijk en figuurlijk, van zich af. Zo vond ik het leuk om met hem te ravotten in de hal bij ons thuis. Ik ging dan op mijn knieën zitten, met mijn hoofd naar voren, en duwde Bruno met mijn hoofd van me af. Dat vond Bruno in het begin ook wel leuk, maar wanneer hij er genoeg van kreeg ging hij brommen. Ging ik dan nóg door, dan beet Bruno me, in mijn haar of in mijn neus of oren , wat hij maar te pakken kon krijgen. Ja, dan hield ik er wel mee op, maar ik noemde hem dan wel een "nijdas". Goed, nu realiseer ik me wel dat het mijn eigen schuld was dat hij me beet.
|
Bruno met Zus op het balkon in de Geert Reindersstraat |
Eigenlijk was Bruno wel een rustige hond, maar hij kon onder omstandigheden wel heel erg zenuwachtig zijn. Bijvoorbeeld als Ma of Pa van de "groep" wegliep, dan wilde hij er achteraan en kon dan heel irritant gaan hijgen of blaffen. Ook wanneer hij met de auto meeging, was hij erg zenuwachtig. Hij moest altijd zien waar hij naar toe reed en moest dan altijd op iemands schoot staan. Bij lange ritten, bijvoorbeeld naar België, kon dat erg pijnlijk zijn. Later gaven we hem dan een pilletje om hem rustig te krijgen, ook voor zijn eigen bestwil.
Katten hebben vaak een lievelingsplaatsje waar ze hoog kunnen liggen, maar toch nog van boven beschermd zijn, bijvoorbeeld óp een stoel die ónder de tafel is geschoven. Het lievelingsplaatsje van Bruno was in de vensterbank van de voorkamer, dan kon hij naar buiten kijken. Wij woonden op de derde etage van de flat, dus hij had dan goed uitzicht. Wanneer hij één van ons buiten zag aankomen, begon hij altijd te blaffen.
|
Bruno op zijn lievelingsplekje in de vensterbank |
Zelf was ik ook altijd erg bezorgd om Bruno. Ik kan me herinneren dat hij een keer "losgebroken" was met uitlaten en niet meer terugkwam, hoe Pa ook riep. Hij is daardoor ook een keer 's nachts buiten geweest. Toen ik dat 's morgens hoorde, vond ik dat maar niks en ben hem gelijk gaan zoeken. Toen ik hem gevonden had, wilde hij ook niet naar mij luisteren en kon ik hem pas na lang volgen eindelijk weer aan de riem vast maken. Ik weet wel dat ik erg gehuild heb tijdens die vangpogingen en dat andere jongens daar vreselijk om gelachen hebben. Het kon me niks schelen.
|
Bruno, ongeveer 5 jaar oud |
Toen Zus en ik beiden verkering kregen, is het meer mijn vader's hond geworden. Pa liet hem altijd 's avonds uit voor een grote ronde; hier kom ik in een latere blog op terug. In tegenstelling met Teddy is Bruno wel oud geworden. Begin jaren 70 is hij nog met mijn ouders meeverhuisd naar Vlaardingen. Op het laatst van zijn leven werd hij erg doof en liet zijn gezichtsvermogen erg te wensen over. Hij liep tegen tafelpoten aan en blafte tegen zijn eigen schaduw. Ik weet niet of mijn ouders hem hebben laten inslapen of dat hij vanzelf is gaan hemelen. In ieder geval is hij "van ouderdom gestorven", hij is 15 jaar geworden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten