21 november 2020

De bijzondere zomervakantie van 1967

In eerdere posts heb ik al aangegeven dat de zomer van 1967 bijzonder was in mijn leven, zelfs bepalend zou zijn voor de koers van mijn leven. Daar zal ik nu over verhalen.

De zomer begon met het slagen voor het examen van de HBS, en dat zonder een jaar te doubleren. Dat was op zich al bijzonder, omdat het advies dat we meegekregen hadden van de lagere school er in voorzag, dat de hogere klassen niet gemakkelijk voor me zouden worden. Maar nu het leren achter de rug was, kon ik aan vakantie gaan denken.

Inmiddels had ik al ruim een jaar verkering met mijn Diny. Diny werkte voor een doktersgezin en ging ook met hen, als werk, mee op vakantie. Mijn ouders gingen met Zus en Zwager naar ons standaard vakantieadres Chêne in België. Ergens had ik wel zin om thuis te blijven, om meer bij Diny te zijn, maar Diny ging toch ook op vakantie met het artsengezin. Dus toch maar mee naar Chêne. Met zijn vijven, plus hond Bruno, in het kleine Dafje van Pa was geen optie. Er werd gesuggereerd dat Zwager en ik dan op de brommer naar Chêne zouden kunnen gaan. Daar had ik wel oren naar en zo geschiedde het.

En dus gingen Zwager en blogger op de brommer richting Zuid-België, een tocht van zo'n 330 km in één dag. Zwager op zijn "Kaptein mobylette" en ik op de Batavus die ik van mijn vader "geërfd" had. Met dat laatste, de Batavus, was ik eigenlijk niet zo blij, omdat ik eigenlijk een brommer van het merk "Puch" wilde hebben. Die paste veel beter bij mijn imago. Maar goed, de Batavus reed prima dus ik moest er wel blij mee zijn.

Het plan was dat Zwager en ik 's morgens vroeg zouden vertrekken en Zus, Ma en Pa met Bruno om een uur of negen met de auto na zouden komen. Zij zouden ons dan wel inhalen en beide partijen zouden dan 's middags in Chêne aankomen: "zij" natuurlijk eerder dan "wij". Zo geschiedde ook. Wat ik me van de reis zelf herinner, is dat ik al op de gladde kinderhoofdjes van de Schiedamseweg in Rotterdam, bij het Witte Dorp, onderuit ging. Geen schade gelukkig, we konden gewoon doorrijden., maar nu wel meer op ons hoede. Verder ging de reis voorspoedig, we hadden goed weer en hadden het goed naar onze zin. En ik haalde onderweg natuurlijk veel herinneringen op aan (bijna) dezelfde reis die ik zeven jaar eerder met Pa op de fiets had afgelegd.

Zus scheurt op de brommer van Zwager door de straten van Chêne

In Chêne logeerden we bij onze "tante" Elisa, de tante waarover ik al eerder verhaald heb. Ome Louis was inmiddels overleden. Het huis was groot genoeg voor logees en wij bewoonden met ons vijven de tweede etage. Daar was ook een keukentje, waar we zelf ons eten konden klaarmaken.

De hoofdpersonen van de vakantie, vereeuwigd door blogger
Vlnr: Zwager, Zus, tante Elisa, Pa. Zittend: Ma met Bruno

Wat deden wij zoal in Chêne? Voor Pa en Ma was het natuurlijk een "rust" vakantie. Pa werkte echt heel erg hard, hij had twee banen en had zo'n vakantie hard nodig. We deden wat wandelingen in de buurt en gingen met de auto wat dagtripjes maken. Nu ging dat wat moeilijk met zijn vijven in de kleine DAF (zie onder), dus en Ma bleef dan meestal thuis.

Zus poseert in de DAF voor het huis, tante Elisa kijkt in de deur toe.

Ma was er al zo vaak geweest en had er niet zoveel behoefte meer aan om met alle uitstapjes mee te gaan. We gingen vaak naar de grotere plaats Bastogne, waar bezienswaardigheden waren die met de Tweede Wereldoorlog (de Slag om de Ardennen in 1944) te maken hadden, o.a. een Amerikaanse tank op het plein in het centrum van de stad en het oorlogsmonument het "Mardasson" aan de rand van Bastogne.

Pa, Zus en blogger op een bankje in Florenville.
Zus en blogger eten hun favoriete snack: frites.

Maar ook de kleinere plaatsjes Florenville (boven) en Bouillon of de Luxemburgse plaatsjes Clerveaux, Esch sur Sûre en Echternach vonden wij interessant. Ook voerden we deze zomervakantie kleine karweitjes uit voor tante Elisa en voor dorpsbewoner Adolf. Zo verhuisden we voor tante Elisa een bed met behulp van een katrol naar de zolderverdieping, zie foto onder. Het bleek zeker geen ongevaarlijk karweitje, aangezien Zwager en Pa beneden het roest van het katrol op hun hoofd kregen. 

Blogger staat boven al klaar om het bed naar binnen te trekken

Hoe krijgen we dit boven?, vragen Zwager en Pa zich af.

En we hielpen Adolf met het drogen en binnenhalen van het hooi. Dat was niet gevaarlijk, maar zeker geen licht werk. We hadden er best wel lol in en Adolf was weer geholpen.

Vlnr: Blogger, Pa, Adolf en Zwager verzamelen het hooi om het te laten drogen op de hooimijten.

Hoewel we best wel het een en ander te doen hadden, had ik het toch niet super naar mijn zin. Zoals al gezegd, ik was verliefd en Diny was er niet bij. Ik had een beetje liefdesverdriet en was waarschijnlijk ook niet altijd gezellig. Ik kreeg "stiekem" brieven van haar, tante Elisa zat ook in het complot. Maar Zwager verlichtte mijn "leed" een beetje door regelmatig een potje schaak met me te spelen. We zaten namelijk beiden op dezelfde schaakvereniging, de Unilever Schaakvereniging. Ik ben daar (buitengewoon)lid geworden op voordracht van Zwager die bij dat bedrijf werkte. We speelden allebei dus een redelijk potje schaak, Zwager trouwens beter dan ik, en dat schaken was af en toe een goede afleiding voor me. 

Voor Zus en Zwager was deze vakantie trouwens ook heel bijzonder. Het was hun laatste vakantie als "vrijgezel". Ze waren al aangetekend en hun geplande trouwdatum was 10 augustus. Pa maakte daar bij de Nederlands-Belgische grens een grapje over, namelijk dat Zus als "aangetekend stuk" over de grens ging. Voor Zus betekende dat trouwen, zoals gebruikelijk in die tijd, het einde van de dienstbetrekking bij Unilever. Jammer genoeg zijn wij nooit collega's geweest.
Mijn lievelingstrouwfoto van Zus en Zwager, juist door het informele karakter er van.

Toen Zwager en ik aan het eind van deze vakantie weer met de brommer thuis kwamen in Schiedam, ik
had het al eerder verteld, was Diny er ineens bij. Ze was ineens bij ons thuis of dat altijd al zo geweest was, niemand leek daar van op te kijken.

Ik begon deze post door te stellen dat deze zomervakantie zo bijzonder voor me was. Ik was geslaagd voor mijn HBS, mijn liefde voor Diny was niet meer stiekem, de verkering was "gelegitimeerd". Een maand later werd ik aangenomen als laboratoriummedewerker bij het Unilever Research Laboratorium in Vlaardingen. Het bedrijf waar ik een half jaar eerder op excursie was geweest. Ik zou op 1 september beginnen. Daarbij hoorde een avondstudie Chemie op HBO-niveau op een avondschool in Rotterdam. Het zou een compleet andere draai gaan geven aan de invulling van mijn leven. Over die nieuwe draai zal ik in de volgende post verhalen.


12 november 2020

De middelbare school, deel 2 (1965 - 1967)

Zoals in deel 1 al gemeld, ging ik in de bovenbouw naar de B richting. De talen waren daar minder intensief en vakken als Wiskunde, Scheikunde, Natuurkunde en Biologie kregen hier alle aandacht.

In de bovenbouw zat ik in de klas naast een jongen, die het vierde jaar over moest doen, hij heette Chris. We hadden een klik en wij werden vrienden. Waarom hij was blijven zitten hoorde ik pas twee jaar later, bij het uitreiken van de diploma's. Hij had een moeilijk jaar achter de rug, waarin zijn vader was overleden. Een bijzondere leerling was Kees T. Kees was vooral opvallend door zijn kleding en keuze van populaire band. De meesten hadden de Beatles of Rolling Stones als favoriete band. Kees was grote fan van de Kinks en kleedde zich erg hip. Hij was best populair bij de meisjes. Een minder populaire leerling was Freddie. Freddie was een verlegen jongen en was erg klein van stuk. Hji was verre weg de kleinste in de klas, zelfs kleiner dan de meeste meisjes. Ik geloof niet dat hij daar erg mee werd gepest, ik kan het me in ieder geval niet herinneren. Maar we bemoeiden ons nauwelijks met Freddie en dat is natuurlijk eigenlijk ook een beetje pesten, wanneer je er niet bij hoort. Twee jaar na het examen kwam ik Freddie weer tegen in de stad. Ik herkende hem aan zijn gezicht, maar zijn lengte hoorde niet bij de Freddie die ik kende. Hij had "wraak" genomen, was uitgeschoten en Fred stak nu een paar centimeter boven mij uit ...

Zoals waarschijnlijk bij iedereen die herinneringen heeft aan leraren van de middelbare school, had ik leuke, vervelende en zielige leraren. Een leuke lerares was mevr. Snepvangers van Scheikunde. Het was een oudere dame die op de fiets, met een hondenmand achterop, naar school kwam. Hoewel ze niet erg knap was en best wel op leeftijd, vond ik haar leuk en spannend. Ik geloof wel dat wij een klik hadden, hoewel ze toch altijd streng was tegen mij. Dat maakte het spannend en om de spanning een beetje te breken maakte ik altijd wat grappige opmerkingen tegen haar. Ook meneer Coenen van Natuurkunde vonden wij leuk, omdat we tijdens de les konden doen wat we wilden. Achteraf heb ik weinig aan zijn "lessen" gehad, omdat ik niet veel geleerd heb bij hem. Voor meneer van Dijk, Nederlands, had iedereen veel respect. Zonder ook maar een woord te zeggen had hij de klas onder de duim en haalde je niks bij hem uit. Verder gaf hij heel interessant les en mede door hem heb ik interesse gekregen voor de Nederlandse literatuur. Meneer Maas van Plant- en Dierkunde was een slijmbal (bah), die zijn lievelingetjes had en ik hoorde daar niet bij. Want zijn lievelingetjes waren, zoals ik me dat herinner, alleen meisjes. De twee zielige leraren waren de leraar Wiskunde en Aardrijkskunde, zij konden absoluut geen orde houden. De leraar Wiskunde, meneer van Dommelen (zijn naam was ik vergeten,met dank aan Joke Benjanins), was een oud-piloot die erg verlegen was en hij liet werkelijk alles toe in de klas. Het was "dus" een zootje in de klas, wat alleen maar onze onvolwassenheid demonstreerde. Ik had echt medelijden met hem. Meneer van Heusden, onze Aardrijkskunde leraar, was een klein mannetje die wel probeerde orde te houden, maar bij wie het niet lukte. Ik vond dat jammer, want ik had zoveel meer kunnen leren van mijn lievelingsvak. Tot slot de leraar Frans, wiens naam ik me ook niet kan herinneren. Hij kon alleen maar orde houden door ons uit te schelden, wat wij "natuurlijk" niet pikten. Hij noemde ons onder andere "stelletje tuig", waar hij waarschijnlijk gelijk in had, maar waar wij bij de directeur, meneer Oort, over geklaagd hebben. Hij ging er prat op dat hij met de klassen uit de onderbouw wél een goede relatie had, wat hem alleen maar gelach van onze kant opleverde.

In het examenjaar hadden wij een week extern les, ergens in 't Gooi: de zogenaamde werkweek. Aan deze werkweek heb ik goede herinneringen. De sfeer was leuk en we hadden ongedwongen les, met tussendoor ook discussies. Ook werd er gevraagd om iets over jezelf te vertellen, onder andere over je hobbies. Wat ik me daarvan herinner is dat iemand over zijn hobby muziek vertelde wat mij aan het denken zette. Hij had echt een hele brede interesse in allerlei muziekstijlen, zoals klassieke muziek, jazz, rock en popmuziek En hij kon daar heel interessant over vertellen. Mijn hobby muziek bleef steken bij mijn favorieten Cliff Richard en the Beatles en ik vond klassieke muziek "kattengejank". Pas vele, vele jaren later kreeg ík een bredere interesse voor muziek en ben ik zelfs klassieke muziek gaan waarderen. En pas toen kwam ik op het niveau van die leerling die in de werkweek verhaalde over zijn muziek hobby.

Groepsfoto van de leerlingen van de examenklassen tijdens de werkweek van 1967

Nog even over de foto van de werkweek, hierboven. Blogger zit op de voorste rij, derde van rechts met naast hem vriend Chris. Frits van der M. (zie alinea hieronder) zit schuin links boven Chris. De bijzondere leerling Kees T. is de derde leerling rechts naast Chris. Freddie zit een beetje achterin het midden van de groep, herkenbaar aan het kleine koppie. Mevr. Snepvangers zit op de achterste rij, helemaal links. Meneer van Dijk zit een paar rijen achter blogger, ietsje meer naar rechts. Het lijkt of een leerling iets op zijn hoofd wil strooien.

In de bovenbouw stelde je al gauw de vraag "wat te doen na het examen"? Omdat Aardrijkskunde een van mijn populaire vakken was, had ik jarenlang het idee om Aardrijkskundeleraar te worden. Maar omdat de meeste leerlingen de Aardrijkskundeles een "bijvak" vonden en daar erg ongeïnteresseerd de lessen volgde, leek me dat geen goed plan. Een medeleerling, Frits van der M., wilde Hydrologie (een specialisatie in de Aardrijkskunde) gaan studeren aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Dat leek me ook wel wat, Hydrologie of wellicht Geologie. Maar Pa had een bijbaantje en werkte hard en lang om een beter leven te hebben. Studeren kostte toen ook al veel geld en ik wilde niet op de kosten van mijn ouders gaan studeren. Het dilemma over mijn verdere studiekeuze loste zich eigenlijk als vanzelf op. In het examenjaar ging onze klas op excursie naar een tak van Unilever: het Unilever Research Laboratorium in Vlaardingen. Die sfeer op het laboratorium en de mogelijkheid om tijdens het werken verder te kunnen studeren sprak me wel aan; geld verdienen en toch nog studeren. Het mes zou dan aan twee kanten snijden. Met Chris en nog twee medeklasgenoten zijn we dat inderdaad gaan doen. Hieraan zal ik een aparte post wijden.

En toen kwam het examen! De voorbereiding was goed, want ik had hard gestudeerd, ondanks het feit dat ik vaste verkering had met Diny. Diny liet me totaal vrij om de tijd aan mijn studie te besteden die ik wilde. Nooit heeft ze gezeurd om een (extra) avond uit te gaan, ze bleef me trouw. Toen vond ik dat gewoon, nu eigenlijk heel bijzonder.

Ik kan me niet goed meer herinneren of ik zenuwachtig was voor het examen. Ik denk het eigenlijk niet, ik had altijd hard gestudeerd en meer dan je best kan je niet doen. Maar het gekke is wel dat ik, ook nu nog, af en toe droom dat ik voor mijn examen zit en het allemaal niet erg wil lukken. Ik ben er dus wel erg mee bezig geweest en eigenlijk dus onbewust nog steeds. Uiteindelijk slaagde ik met een goede lijst.
Het eindresultaat van vijf jaar studie in cijfers

Het gekke van de lijst is, dat de sommige exacte vakken tegenvielen en de talen juist meevielen. Waar ik altijd wel per rapport een onvoldoende voor talen had, had ik nu vier zessen. Voor mijn wiskunde had ik nooit een onvoldoende gehad, maar op de lijst heb ik voor goniometrie en analytische meetkunde een vijf en voor algebra slechts een zes. Maar goed, ik was geslaagd met best een aardige lijst.

Ik heb niet echt feest gevierd toen ik geslaagd was, zo nuchter als ik was. Wel op de avond van de uitslag bij diverse medeleerlingen uit de klas "thuis" geweest om het te "vieren". Dat was het dan, einde van vijf jaar leren. Punt uit.