Tante Lies was een oudere zus van mijn vader. Ik noemde haar eigenlijk anders, maar Lies was de (liefkoos) naam die mijn vader haar toebedeelde. Zo zal ik haar in deze post ook verder noemen. Ze is al in een paar posts voorbij gekomen en nu wordt het tijd om over haar en haar gezin wat meer te vertellen.
Mijn vader was een nakomertje en tante Lies was met vijf jaar leeftijdsverschil toch nog Pa's jongste zus. Toen alle broers en zussen na hun trouwen zelfstandig waren gaan wonen, bleven zij samen thuis over. Dat schepte een band die hun hele verder leven bleef bestaan. Tante Lies was dan ook het liefste zusje van Pa.
Tante Lies trouwde aan het eind van de tweede wereldoorlog met ome Joris. Het was geen gepland huwelijk en daardoor gingen ze inwonen in het ouderlijk huis, het huis van mijn grootmoeder. Hierdoor kreeg Pa ook een bijzondere band met ome Joris.
|
Tante Lies en Ome Joris als bruid en bruidegom |
Toen tante Lies een aantal jaren later toch in verwachting bleek, gingen tante Lies en ome Joris zelfstandig wonen. Blogger was toen net geboren en omdat de driekamerflat waarin mijn ouders woonden daardoor te klein was geworden, verhuisden wij als gezin een portiek verder naar een vierkamerflat. Tante Lies en ome Joris trokken in de door mijn ouders achtergelaten woning en daar werd mijn nicht Elsje geboren. Zo kwam het dus dat tante Lies, ome Joris en Elsje slechts één muur dik bij ons vandaan woonden. Hierdoor was er dus regelmatig contact tussen de twee gezinnen. We spreken nu over de jaren vijftig van de vorige eeuw, er was nog geen telefoon. Wanneer er contact gewenst was, tikte één van de twee gezinnen met iets (bij ons was dat een asbak) op de marmeren schoorsteenmantel, wat in de naastgelegen woning duidelijk te horen was. De balkondeuren gingen dan open en op het balkon werd dan informatie uitgewisseld. Een moderne manier van de communicatie via de tamtam dus ... Zo hebben de gezinnen van mijn ouders en van tante Lies en ome Joris ruim twintig jaar naast elkaar gewoond. We gingen regelmatig met elkaar om en daardoor heb ik ook veel herinneringen aan hen.
|
Vlnr Ma, tante Bien en tante Lies; onder ome Joris en Pa .... |
|
.....tijdens een visite bij ons thuis, midden jaren 50. |
Ze waren elkaars tegenpolen. Tante Lies was een kluizenaar, serieus. Ome Joris was juist graag op straat, was een "bon vivant". Zij was "natuurlijk" huisvrouw in die tijd. Hij werkte bij een grote, internationale bank in Rotterdam op de postafdeling en was als "geldloper" ook veel op straat. Van de twee was ome Joris de meest kleurrijke persoon.
Ome Joris was een beetje dromerig en had een slingerende loop. Sommigen dachten daarom dat hij regelmatig dronken was, maar dat was zeker niet zo. Hij had grappige opmerkingen, soms op het randje van fatsoenlijk. Maar hij had ook opmerkingen die over het randje gingen, die niet konden. Daarover later meer.
Ome Joris was met zijn kunnen en gedrag eigenlijk het type kunstenaar. Schilderen kon hij goed. Ik denk dat hij met zijn talent mijn vader heeft geïnspireerd om te gaan schilderen in de oorlog. Pa heeft aardige schilderijen gemaakt, meestal waterverfschilderijen. Ome Joris heeft vast mijn vader daarbij geholpen, ze woonden in de oorlog immers onder hetzelfde dak. Ome Joris schilderde zowel met waterverf als met olieverf. In het begin in klassieke stijl en later meer modern, waarbij hij veel met acrylverf schilderde.
|
Schilderij "de Geest uit de Fles" (waterverf), Joris (~1943)
|
|
Schilderij "Herten" (acryl op hout), Joris (~1972) N.B. Bij het fotograferen van de schilderijen waren storende reflecties niet te vermijden. |
Het schilderij "De Geest uit de Fles" (geïnspireerd door de vertellingen van Duizend-en-een-nacht) is in de oorlog geschilderd. Hierbij hoort het verhaal dat de donkerbruine verf door de oorlogssituatie niet te krijgen was en dat hiervoor als basis "koffiedik" gebruikt is. Bij het schilderij "Herten" heeft ome Joris zich duidelijk laten inspireren door Picasso. Alhoewel in eerste instantie schilderen een hobby van ome Joris was, heeft hij later ook geschilderd in opdracht.
Tante Lies kon goed koken. Haar voornaamste hobby was lezen. Ze was beroemd om haar heerlijke, zelfgemaakte kroketten. Verder denk ik dat tante Lies het best kan worden weergegeven als een intellectuele vrouw.
We zagen hen vaak thuis op visite en bijna altijd tijdens verjaardagen. Ook gingen we af en toe met elkaar (in wisselende samenstellingen) een dagje uit of op vakantie. Ze waren ook present bij "officiële" gelegenheden, zoals op de verlovingen en trouwerijen van Zus en van blogger.
|
Ma, ome Joris en tante Lies bij de serre van de molen in Chêne, mid jaren 60 |
Op verjaardagen bij tante Lies en ome Joris was vaak de bejaarde moeder van ome Joris aanwezig. Zij was een fragiele, kwetsbare vrouw, die geen makkelijk leven als alleenstaande moeder in die tijd had gehad. Oom Joris zette haar bij die gelegenheden vaak "te kijk", met opmerkingen waarbij ik als tiener al dacht "dat kan je niet maken". Dat was duidelijk een negatieve karaktereigenschap van ome Joris, hij had een beetje zwak sociale intelligentie.
Maar ik heb ook twee persoonlijke herinneringen aan ome Joris die ik erg koester. Ik spaarde als puber postzegels, in het begin samen met mijn vader. Ome Joris kon door zijn werk in de postkamer bij de bank aan mooie, buitenlandse postzegels komen. Ik kreeg fraaie exemplaren uit Afrikaanse landen waar ik nog nooit van gehoord had. Uit Togo bijvoorbeeld. Ik vond het altijd erg leuk wanneer ome Joris weer eens met een envelopje postzegels aan kwam zetten.
De tweede herinnering is een zeer lange fietstocht die we samen gemaakt hebben. Als jongen van een jaar of veertien fietsten we samen vanuit Schiedam naar en langs de Utrechtse Vecht. Ik kan me herinneren dat de tocht langs kasteel Haarzuilen ging en dat we via Uithoorn en Alphen aan de Rijn weer terug gefietst zijn. Alles op één dag. In mijn herinnering was het een tocht van 160 km, maar later twijfelde ik er echt een beetje aan of dat klopte. Nu, via Maps, kom ik op echt op dezelfde afstand uit. Dus het zal toch de goede orde van grootte geweest zijn. Wow, 160km op één dag. Echt een herinnering voor het leven ...
Het wordt tijd om ook iets te vertellen over de dochter van tante Lies en ome Joris: nicht Elsje (later ging ze zich Else noemen). Tot aan haar puberteit was het een normaal, niet opvallend meisje. Achteraf gezien wel vreemd dat ze niet vaak met mij speelde (we scheelde slechts een jaar). Ze voelde zich meer aangetrokken tot Zus, die vier jaar ouder was. Ze zei dan ook dat ze Zus beschouwde als haar eigen, oudere zus.
Dat samen spelen of samen naar activiteiten gaan van Elsje met Zus ging in het begin best goed. Maar na de pubertijd van Elsje veranderde haar karakter duidelijk. Ze werd meer egoïstisch en probeerde gebruik van Zus te maken. Althans, zo voelde ik dat aan. Nog later was er sprake van onenigheid en zelfs tot ruzie aan toe. De negatieve verandering van het karakter van Else kwam ook duidelijk tot uitdrukking in hoe ze met haar vader, ome Joris, omging. Ze schaamte zich duidelijk voor hem en wanneer ze samen met hem met het OV ergens naar toe gingen, nam ze altijd een bus of tram later. Ze wilde niet samen met hem reizen. Nog later is haar gedrag zelfs afgegleden naar wat je "profiteren van anderen" zou kunnen noemen. Zelf heb ik per saldo dan ook geen leuke herinneringen aan nicht Else.
|
Zus, nicht Elsje (links) en Bruno (onze hond) bij de brug van Hoei (B), mid jaren 60 |
Wel heb ik overwegend goede herinneringen aan mijn tante Lies en ome Joris. Zij verhuisden rond 1970 als eerste van de twee gezinnen uit de Slachthuisbuurt en wel naar Capelle a/d IJssel. Mijn ouders deden dat een paar jaar later, maar dan naar Vlaardingen. Door de grotere afstand werd het contact ook minder frequent, alhoewel we wel eens in de paar jaar elkaar nog opzochten.
Tot slot nog een foto van tante Lies en ome Joris, genomen bij het trouwen van blogger, begin jaren 70. Zoals ze op deze foto staan, herinner ik hen nog wel het best. Tante Lies als een zelfverzekerde vrouw en ome Joris als een wat dromerige kunstenaar. De oom en tante van mijn vaders kant die mij het meest dierbaar waren.