12 augustus 2020

Mijn vrienden in de straat: Geke, Freek en René

Zoals ik in een vorige blog al verteld heb, ben ik geboren en opgegroeid in de Slachthuisbuurt in Schiedam. Het was een typische arbeiderswijk, gebouwd vlak na de oorlog met stenen van de huizen die verwoest waren bij het bombardement van Rotterdam in de Tweede Wereldoorlog. Omdat die stenen een mengsel van buiten- en binnenstenen waren, hadden de huizen een vochtprobleem; de muren sloegen bij veel huizen door. Daarom besloot men de huizen te voorzien van een dikke, witte verf, die de stenen waterdicht maakten. De verf was zo dik, dat ik er na de schilderswerkzaamheden mee kon "spelen". Huh?! Uiteraard hadden de schilders druppels laten vallen. Waar die druppels op blaadjes van stuiken waren gevallen, kon je die als een soort kauwgom van de blaadjes aftrekken en stond de structuur van die blaadjes in de opgedroogde verf afgedrukt. Dat vond ik reuze interessant. Ja, ik was al vroeg een (jonge) onderzoeker. Maar daarover later meer.
Een aantal straten uit de Slachthuisbuurt.

In de wijk had ik een aantal vriendjes. Behalve de kinderen van de Indische familie L., waar ik in diverse blogs al over verhaald heb, had ik nog drie vrienden: Geke van der M., Freek K. en René K. Nee, de laatste twee waren geen broers van elkaar, haha. Beiden waren wel net zo oud als ik.

Geke woonde bij mij op de trap. Toen de familie L. in 1959 naar Amerika was geëmigreerd, was ik in één klap mijn beste vriendjes kwijt. Geke kwam toen in beeld en daar ben ik een paar jaar (~1960-63) mee bevriend geweest. Het is waarschijnlijk niet zo'n spannende vriendschap geweest, want erg veel kan ik me er niet meer van herinneren. Na een paar jaar ging hij verhuizen naar de wijk Nieuwland, in de buurt van de Parkweg. Ik ben er toen een keer naar toe gegaan om met hem te spelen. De kinderen daar noemde hem toen "Gerard". Hij zei tegen me, dat ik hem geen Geke meer mocht noemen. Dat vond ik zo stom. Hij schaamde zich waarschijnlijk voor zijn naam. Ja, dan is zo'n verhuizing wel een mooi moment om je naam te veranderen. Na die ene keer heb ik Geke nooit meer gezien, noch weet ik wat er van hem geworden is.

Freek (1963-65) woonde een portiek verder dan ik en hij kwam pas later bij ons in de straat wonen. Daarvoor woonde hij aan de Bakkershaven, een zijstraat van de Buitenhavenweg. Die huizen waren oud, gedateerd en zouden op termijn gesloopt worden. Bij ons in de straat vonden ze een modernere en ruimere woning, vandaar.

Freek heeft me een beetje wegwijs gemaakt in "het andere geslacht". Hij was daar verder in dan ik en kon veel van mijn vragen beantwoorden. Ik ben ook met Freek een paar keer uit geweest, naar een jongerensociëteit in zaal Arcade op de Lange Haven. Daar kon je ook dansen en we versierden daar twee meisjes, vriendinnetjes van elkaar. Het was allemaal niet zo serieus, een beetje "spielerei" van beide kanten, een beetje om te oefenen. Het kwam niet veel verder dan "verkennen", een beetje kussen en knuffelen.

Ook ben ik met Freek twee weken op fietsvakantie geweest naar Vessem, ik heb daar al eerder over bericht. We waren nog net geen zestien en het was mijn eerste zelfstandige vakantie. Tevens was het de laatste fietsvakantie van mij. Een jaar later, als zestienjarige, deed je alles natuurlijk op een brommer. In Vessem probeerde we samen ons potje te koken en rond te komen van ons budget. Dat was best krap en daarom hebben we een keer zelf in het schemerdonker aardappels gerooid. Toen we de volgende dag bij die plek langskwamen en de puinhoop zagen die we hadden aangericht, hadden we daar veel spijt van. We hebben het daarna niet meer gedaan. 

Wat ik zeker niet zal vergeten was de laatste avond van die vakantie met Freek in Vessem. Er was een dansavond in de kantine van de camping en ik kwam toen te dansen met Arna van W., een leuk, pittig meisje uit Eindhoven-Strijp. We dansten, nou het was meer slijpen, op de muziek van de Birds: : "Mr. Tambourine Man". Wanneer ik nu sporadisch dat nummer op de radio hoor, moet ik gelijk aan die avond denken. Arna kon niet alleen dansen, van haar heb ik geleerd wat het verschil is tussen kussen en zoenen. Ik heb met haar nog een paar keer gecorrespondeerd, maar al gauw bleek dat ze meerdere vriendjes had. En toen ik haar, samen met Freek, later dat jaar nog een keer opzocht in een discotheek in Eindhoven, was het voor mij duidelijk dat ik het "liefje op afstand" was en was het voor mij klaar.

De vriendschap met Freek liep af toen hij verhuisde naar de andere kant van de stad. We kregen toen ook allebei vaste verkering (over mijn verkering later meer) en ik denk dat we daardoor uit elkaar gegroeid zijn. Jaren later ben ik hem nog een keer tegen gekomen , toen studeerde hij bouwkunde of weg- en waterbouw aan de HTS in Rotterdam. Eén ding is zeker, Freek heeft me een een stuk wijzer gemaakt in de omgang met meisjes.

Na Freek kwam René. Net als ik, is hij in de straat waar wij woonden geboren. Hij is ook van hetzelfde bouwjaar. Je kan dus zeggen dat we samen zijn opgegroeid. Ik speelde dus eigenlijk al langer met René, maar toen Freek ging werd hij mijn belangrijkste vriend (1965-66).

René was heel sportief en kon goed voetballen. Omdat hij goed kon voetballen, had hij het regelmatig over een opvallende jeugdspeler van Ajax: Johan Cruijff. Ik meen me te herinneren dat René tegen hem gevoetbald heeft in zijn jeugdjaren of hij heeft hem toen "live" zien spelen bij zijn club. Ik denk dat laatste, want Johan was twee jaar ouder dan René. René was breed geïnteresseerd in sport en had waarschijnlijk een klein baantje bij Sportschool "Jan van Gorssel" in de Westwijk van Vlaardingen, of liep hij daar stage. Hij had in ieder geval sleutels van die sportschool en hij heeft mij een keer op zondag meegenomen om daar op de judomat valbreken te leren. Wij gingen ook regelmatig zwemmen op een steenworp afstand van waar wij woonden, in het Sportfondsenbad aan de Burgemeester Knappertlaan.

Verder ben ik met René en nog twee vrienden met de brommer en tent op vakantie geweest naar Ootmarsum en, jawel, wederom Vessem. Toen we in Vessem waren, zijn we op een avond op de brommer naar Tilburg geweest om de beroemde kermis aldaar te bezoeken. Ik kan me nog goed herinneren dat 's nachts terugrijden op de brommer naar Vessem over de aardedonkere landweggetjes een spannend avontuur was.

Het belangrijkste dat ik met René gedaan heb, is het bijwonen van een voorstelling van circus Boltini. Daar gebeurde iets heel bijzonders, waar ik in een volgende blog op terugkom.

In die grote vakantie van 1966 hebben we veel samen gedaan en ook foto's van elkaar gemaakt van dingen die ons bezighielden. Hieronder wat foto's die we van elkaar maakten. Ook hebben we veel bordspellen gespeeld. Met name Stratego, dat was ons favoriete spel. René was zeer bedreven in dat spelletje, hij won bijna altijd. Op een gegeven moment had ik door waarom hij bijna altijd won. Hij had de belangrijkste steen uit het spel, de vlag, gemerkt. Ik vond dat zo onsportief. Juist van hem, als sportman, had ik zoiets niet verwacht. Het bekoelde onze vriendschap enorm.
René op een van de flats in onze wijk (foto Blogger).
Links onder is nog een stukje van de Slachthuislaan te zien.
Blogger op rijksweg A4 in aanleg naar Beneluxtunnel (foto René).
Let op de flat achter mijn rug, op die flat staat René op de foto hierboven.
René voor dartbord - foto: Blogger
Blogger voor dartbord - foto: René.
Nu is me pas duidelijk dat ik een halve kop groter was dan René.

Dat laatste, het onsportieve spel, gebeurde aan het eind van de zomervakantie van 1966. René ging daarna naar het CIOS (Centraal Instituut Opleiding Sportleiders.) in Overveen, bij Haarlem. Het was een interne opleiding, dus hij was alleen in de weekeinden thuis. Dat, terwijl ik toen mijn examenjaar inging van de HBS, wat mij veel tijd kostte. De bekoelde vriendschap met René kreeg daardoor een natuurlijk einde.

Het contact met René verwaterde, maar toch hebben we nog lang elkaar "in het oog gehouden". Dat kwam omdat Zus en een zus van René, Gerda, heel lang bevriend zijn gebleven. Via hen wisten we van elkaar wat er speelde in ons leven. Hierdoor kreeg ik bewondering over wat René allemaal deed en hoe hij uiteindelijk in het leven stond. Dat veranderde mijn kijk op het eerdere valsspelen van René bij het bordspel. Daarom hieronder mijn epiloog over René.

Na de CIOS-opleiding is René vrij snel naar de Verenigde Staten vertrokken en daar speler/trainer-coach geweest bij drie clubs (1972-75), het langst bij de Connecticut Wildcats.
René in de archieven van de North American Soccer League

Daarna is hij naar Noorwegen gegaan, waar hij hetzelfde beroep heeft uitgeoefend, o.a. in de plaats Odda bij het eerste team van de gelijknamige voetbalvereniging.

Origineel onderschrift foto: René was misschien een beetje te goed voor ons?
René in actie - foto: digitaltmuseum.no

Hij trouwde daar met de Noorse Turid Gro H. en ze kregen een kind, dat zwaar lichamelijk gehandicapt was. Doordat René ook fysiotherapeut was, kon hij ook beroepsmatig veel betekenen voor zijn gehandicapte kind. Later is het gezin naar Arendal verhuisd, waar René de rest van zijn leven gewoond en gewerkt heeft. 

Er wordt zeer lovend over hem gesproken, niet alleen als speler/trainer-coach, maar ook als mens. René is nog twee keer bij mij thuis geweest. De eerste keer was in 1975, vlak na zijn Amerikaanse avontuur. De tweede keer was in 2006. Ik vind het jammer dat ik hem nooit in Noorwegen met een tegenbezoek heb vereerd, want zeker zijn bezoek van 2006 aan mij was heel gezellig. Wellicht kwam dat omdat mijn leven toen een andere wending kreeg. René is overleden in Arendal in 2010. Hij werd slechts 61 jaar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten